Door Aïna Chalabaev, Grenoble Alpes University, Frankrijk
Zoals in een eerdere blog beschreven, zijn de gezondheidsvoordelen van regelmatige lichaamsbeweging goed vastgesteld voor mensen van 65 jaar en ouder. De Wereldgezondheidsorganisatie(WHO) heeft duidelijke richtlijnen opgesteld over de hoeveelheid en het type activiteit die gezondheidswinst opleveren. Toch blijven ouderen wereldwijd tot de meest inactieve bevolkingsgroep behoren.
De grenzen van een one-size-fits-all aanpak
Dit laat zien dat het vergroten van bewustzijn over de voordelen van bewegen niet voldoende is; het overbruggen van de kloof tussen intentie en gedrag is noodzakelijk. Onderzoekers gespecialiseerd in gezondheidspsychologie hebben een reeks op theorie gebaseerde technieken ontwikkeld om gezond gedrag te bevorderen. Sommige technieken die effectief zijn bij jongere volwassenen, blijken echter ineffectief of zelfs schadelijk bij ouderen. Dit benadrukt de noodzaak van maatwerk.
Ageïsme: een verborgen barrière voor lichamelijke activiteit
Ageïsme(leeftijdsdiscriminatie) is een specifieke barrière voor ouderen. Het omvat stereotypen (opvattingen), vooroordelen (gevoelens) en/of discriminatie (gedrag). Hoewel stereotypen ook positief kunnen zijn, zijn ze meestal negatief – een trend die in de 20e eeuw sterker is geworden. Zulke stereotypen dragen bij aan discriminatie. Ongeveer 35% van de 65-plussers meldt discriminatie in het dagelijks leven, en 1 op de 17 volwassenen van 50+ ervaart dit in de zorg.
Zorgprofessionals leren vaak over ouder worden vanuit een perspectief van ziekte en achteruitgang.Dit perspectief in combinatie met dagelijkse blootstelling aan kwetsbare ouderen kan een ageïstische houding versterken. Om dit tegen te gaan, laten interventiestudies tegenvoorbeelden zien (bijvoorbeeld het aandeel senioren dat vrijwilligerswerk doet, werkt of nieuwe vaardigheden ontwikkelt). Ook stimuleren ze intergenerationeel contact om percepties te veranderen, dat wil zeggen betekenisvolle interacties tussen jongere en oudere leeftijdsgroepen.
Naast het ondervinden van discriminatie kunnen ouderen stereotypen ook internaliseren. Het team van Becca Levy stelde een model voor waarin stereotypen die men jong leert, later het zelfbeeld, de gezondheid en de levensduur van ouderen beïnvloeden. Zo hebben jongvolwassenen met negatieve ideeën over ouder worden 30 jaar later meer kans op hart- en vaatproblemen. Deze belangrijke rol van opvattingen over ouder worden, kan deels verklaard worden door de invloed op gezondheidsgedrag: wie een positieve houding heeft tegenover het eigen ouder worden, blijft vaker actief en ontwikkelt gezonde gewoonten.
Interventies tegen ageïsme en de gevolgen daarvan
Meerdere studies onderzochten hoe positieve zelfbeelden over ouder worden gestimuleerd kunnen worden, vooral rond fysieke activiteit. Zo voerden Beyer en collega’s (2019) een gerandomiseerde studie uit met 84 kwetsbare, inactieve ouderen (gemiddelde leeftijd 77). Eén groep kreeg standaard aangepaste lichaamsbeweging (APA); de andere groep kreeg APA plus een module over zelfbeeld. Deze module omvatte vier sessies over 12 weken waarin stereotypen werden uitgedaagd, kennis over ouder worden werd gedeeld en negatieve zelfbeelden werden aangepakt. De interventiegroep rapporteerde positievere opvattingen over ouder worden en verbeterde mentale gezondheid.
Nog subtielere gevolgen van stereotypen kwamen naar voren in experimentele studies. Ze tonen aan dat blootstelling aan negatieve stereotypen tijdens medische tests prestaties kan verminderen, bijvoorbeeld op geheugentaken of bij knijpkracht. In één studie leidde het activeren van een “ouderen-identiteit” tot bijna 50% minder knijpkracht. Dit kan heel subtiel gebeuren – door interactie met jongere zorgprofessionals, het invullen van de leeftijd vlak voor een test, of door te horen dat ze getest worden op leeftijdsgevoelige vaardigheden. De uitdaging voor zorgverleners is dus een klinische omgeving te garanderen die vrij is van ageïstische signalen, bijvoorbeeld door ouderen niet om hun leeftijd te vragen vlak voor een test.
Kortom, het bestrijden van ageïsme vraagt om gecombineerde inspanningen: bewustwording vergroten, maatschappelijke beelden veranderen én ouderen in staat stellen hun eigen perceptie van ouder worden te hervormen. Hiervoor zijn interventies op basis van solide wetenschappelijke kennis cruciaal.
Praktische aanbevelingen
- Denk actief na over je aannames over ouderen en blijf op de hoogte van wetenschappelijke inzichten om onbevooroordeelde indrukken te vormen.
- Bedenk hoe je positieve boodschappen over ouder worden in consultaties kunt integreren, bijvoorbeeld door te benadrukken dat ouderen nog steeds kracht kunnen opbouwen en nieuwe vaardigheden kunnen leren.
- Benadruk dat positieve opvattingen over ouder worden bijdragen aan langdurige activiteit en gezondheid.
- Vermijd negatieve leeftijdssignalen zoals het beschrijven van een test als “leeftijdsgevoelig” of het vergelijken van ouderen met jongeren.
- Moedig oudere patiënten aan om deel te nemen aan intergenerationele programma’s waarin jong en oud samenwerken aan dezelfde taken.
Vertaald door Isabelle Maussen en Denise van Rijen


