Door Zuzana Dankulincova en Pavol Jozef Safarik, Universiteit van Slowakije
Hoewel de meeste onderzoekers zich ervan bewust zijn dat het verspreiden van studieresultaten deel uitmaakt van hun ethische verantwoordelijkheid naar de onderzoeksdeelnemers (en willen dat hun onderzoeksresultaten duidelijke en praktische implicaties hebben), kan de overgang van de bekendheid van bewijsmateriaal tot het wijdverspreide toepassen hiervan veel tijd in beslag nemen. Wetenschappelijke kennis wordt niet altijd toegepast in de dagelijkse praktijk; wanneer dat wel gebeurt, gebeurt dat meestal niet consequent of systematisch
Waarom gebeurt het? Het grote aantal onderzoeken, interventies en aanbevelingen kunnen overweldigend zijn voor zorgverleners. Voordat bewijsmateriaal en aanbevelingen worden getoetst, denk na over hoe relevant het bewijsmateriaal is voor uw lokale setting. Is de beschreven context van het onderzoek vergelijkbaar met de van u? Heeft u wat nodig is om de aanbevelingen te implementeren? Of heeft u niet de middelen en vaardigheden die nodig zijn? Hebben uw patiënten wat ze nodig hebben om de aanbevelingen te implementeren? Zelfs de best ontworpen en meest veelbelovende interventie zal niet effectief zijn als er geen “match” is met uw patiënten en context. Het kan bijvoorbeeld problematisch zijn om een EHealth interventie aan te bevelen voor mensen zonder mobiele telefoon of computer, of voor mensen met een lage digitale geletterdheid.
Een ander cruciaal aspect bij de vertaling van kennis is de interactie tussen degenen die de kennis gebruiken (bijv. patiënten) en degenen die de kennis bezitten en delen (bijv. beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg). Hoe goed we onze aanbevelingen ook communiceren, het zal niet tot het gewenste effect leiden als het niet relevant of bruikbaar is voor de patiënt. Luisteren is een kerncomponent van kennisoverdracht. Iemand naar wie geluisterd wordt, kan zijn wijsheid benutten en voelt meer vrijheid om dingen vanuit een nieuw perspectief te zien. Hoe beter we luisteren naar patiënten en cliënten, hoe beter we in staat zijn om te voldoen aan hun behoefte. Daarnaast zal de boodschap ook beter worden geloofd, leuk gevonden en dus uiteindelijk beter worden opgevolgd, als er beter wordt geluisterd. Om dit te bereiken, luister actief naar wat uw patiënt te zeggen heeft zonder uw verwachtingen op te leggen en geef uw patiënt voldoende tijd zonder onderbrekingen. Gebruik indien mogelijk open vragen, pas u aan op het gezondheidskennisniveau van uw patiënt en vermijd het gebruik van medische terminologie. Als medisch jargon gebruikt moet worden, controleer dan of het goed wordt begrepen en zo niet, leg dan de gebruikte term (nogmaals) uit.
Daarnaast moet u uzelf en uw patiënt of cliënt ook vragen stellen over factoren die u of de patiënt belemmeren om een bepaalde interventie met succes toe te passen. Om een verandering, maatregel of interventie met succes te implementeren, moet u van tevoren rekening houden met mogelijke barrières. Ook al zult u ze waarschijnlijk niet allemaal kunnen opnoemen, zorg ervoor dat u voldoende tijd met uw patiënt heeft om na te denken over wat er mis zou kunnen gaan, waarom en hoe het te voorkomen of verholpen kan worden. Als uw patiënt bijvoorbeeld besluit zijn dieet aan te passen, kan het relevant zijn om te bespreken of de patiënt zijn eten thuis zelf bereidt of dat hij in een restaurant of kantine gaat eten. Als het eten thuis wordt bereid, is daar dan voldoende tijd voor? Als er weinig tijd is, hoe kan dit dan worden verholpen? Als de persoon van plan is om in restaurants of kantines te eten, hebben ze dan een verscheidenheid aan geschikt voedsel? Het is altijd goed om samen na te denken over verschillende scenario’s, doelgericht mogelijke problemen te beoordelen of uw patiënt aan te moedigen dit zelf te doen als onderdeel van de planning.
Zodra de relevante interventie is gekozen en afgestemd op de patiënt en de context, rekening houdend met mogelijke belemmeringen, is het tijd om de interventie toe te passen. Houd uw interventie zo duidelijk en beknopt mogelijk. Bijvoorbeeld, als je de patiënt wilt aanmoedigen om actieplannen te maken om van intentie naar beoefening te gaan, moedig hen dan aan om te specificeren wanneer, waar en hoe het te doen. Er zijn aanwijzingen dat verandering waarschijnlijker is bij meer geplande en gerichte interventies.
Implementatie is niet het einde, u moet weten of de interventie werkt. Een belangrijke laatste stap is het verkrijgen van feedback bij de evaluatie, zodat u daar in de toekomst rekening mee kunt houden. Zorg voor een follow-up met uw patiënten, vraag hen naar hun vooruitgang en wat voor hen werkt. Als zij problemen hebben met het opvolgen of volhouden van de aanbevelingen of interventie, bespreek dan met hen wat de oorzaak van de problemen zouden kunnen zijn en welke oplossingen zij zouden kunnen implementeren.
Praktische aanbevelingen:
1. Zoek kennis die relevant is voor uw lokale setting: zoek uw bron van relevante en geldige informatie en beoordeel de relevantie en geschiktheid van het bewijs voor uw patiënten en uw context.
2. Communiceer effectief: open een effectief interactie- en communicatiekanaal met uw patiënten en luister zonder uw eigen ideeën op te dringen over wat uw patiënten nodig hebben.
3. Denk na over en vraag naar belemmeringen: denk samen met uw patiënt na over wat er mis zou kunnen gaan, waarom en hoe het voorkomen kan worden.
4. Plan uw interventie duidelijk en beknopt: verandering is waarschijnlijker als de interventie gepland en gericht is.
5. Vraag feedback: verzamel informatie over hoe de interventie verloopt en zorg ervoor dat u die gebruikt om de interventie te verbeteren.
[Vertaald door Denise van Rijen en Isabelle Maussen]