Jean Adams, Onderzoekscentrum voor Voeding & Activiteit, Universiteit van Cambridge
Sinds oktober vorig jaar brengen grote detailhandelaren in Engeland €0.06 (5p) in rekening bij hun klanten voor ‘eenmalig te gebruiken plastic tasjes’, ondersteund door de wet – dit zijn de dunne plastic zakjes die u in de supermarkt krijgt om uw boodschappen te vervoeren naar huis. De opbrengt wordt door de winkeliers gedoneerd aan goede doelen. In de eerste zes maanden van deze regeling daalde het gebruik van plastic zakjes in de supermarkt met meer dan 90% (dat zijn 7 miljard zakjes minder!) en meer dan €32 miljoen (£29m) werd gedoneerd aan goede doelen. Het is niet moeilijk om te concluderen dat een kleine financiële ontmoediging een grote impact kan hebben op ons gedrag.
Werkt financiële ontmoediging voor het veranderen van gezondheidsgedrag?
Dus, hoe zit het met het gebruik van financiële stimulans en ontmoedigingen voor het veranderen van gezondheidsgedrag van mensen? Dit idee slaat steeds meer aan. Sommige landen in Midden- en Zuid-Amerika hebben grote financiële stimulans programma’s uitgeprobeerd ter bevordering van prenatale zorg door moeders, het immuniseren en naar school sturen van hun kinderen. Steeds wanneer moeders het, volgens het programma, gewenste gedrag uitvoeren ontvangen zij een betaling direct van de regering. Er is aanmoedigend bewijs dat deze programma’s een positieve impact kunnen hebben op de gezondheid van kinderen in landen met een laag en gemiddeld inkomen.
Landen met een hoger inkomen zijn langzamer in het omarmen van het idee van financiële aanmoediging voor gedragsverandering. Echter, het bewijs groeit en twee systematische reviews binnen de literatuur hebben geconcludeerd dat deze programma’s effectief kunnen zijn en dat de effecten lang kunnen aanhouden nadat de stimulans is gestopt. Er is weinig bewijs dat de financiële aanmoediging de ‘interne motivatie’ om deel te nemen aan gezond gedrag ondermijnt. De financiële stimulans werkt zelfs voor de zogenoemde ‘complexe gedragingen’, zoals het stoppen met roken, welke moeilijk te veranderen zijn.
Waarom worden financiële stimulansen in de praktijk niet meer gebruikt voor gedragsverandering?
Echter, terwijl financiële stimulans voor gezondheidsgedrag in theorie werkt, in de praktijk kan dit zeer problematisch zijn. Om de volledige potentie van een interventie te bereiken moet iedereen het eens zijn met de basis van het idee – van beleidsmakers tot uitvoerders van het programma, het publiek, diegene die aan de interventie deelnemen.
Wanneer we met mensen spraken over het bieden van een financiële aanmoediging om te stoppen met roken, meer vergroten van de hoeveelheid lichaamsbeweging, laten inenten of deelnemen aan een routine screeningsprogramma voor kanker, stuitten we op negatieve reacties. In het algemeen wordt geaccepteerd dat sommige mensen financieel kunnen worden aangemoedigd om gezonder gedrag te vertonen. Echter, dit lijkt te worden overheerst door sterkere gevoelens dat deze financiële aanmoediging oneerlijk is voor de mensen die al gezond gedrag vertoonden zonder deze aanmoediging. Daarnaast is men bezorgd dat mensen gaan ‘valsspelen’ en liegen over hun gedrag om een beloning te krijgen waar zij eigenlijk geen recht op hebben. Het huidige financiële klimaat lijkt achter het gevoel te staan dat het weggeven van geld niet kosteneffectief kan zijn, of zelfs betaalbaar, en dat de financiële stimulans klein in waarde moet zijn. Er is ook enige bezorgdheid dat de ontvangers hun beloning aan ongezonde producten besteden. Beleidmakers zijn ook bezorgd dat de stimulans de bredere determinanten van ongezond gedrag niet aangrijpt en dat deze interventies moeilijk te verdedigen zijn tegenover politici en de media.
In al onze kwalitatieve studies boden onze deelnemers graag alternatieve benaderingen ter verbetering van gezondheidsgedrag – voornamelijk door middel van educatie en informatie. We hebben dit nooit direct opgezocht. In plaats daarvan lijkt het bieden van een financiële aanmoediging voor de meesten geen voor de hand liggende oplossing en vinden zij dat andere gebieden eerst moeten worden gebruikt.
Interessant genoeg vinden we echter andere resultaten wanneer we een online onderzoek uitvoeren. Tweemaal werd gevonden dat mensen gezondheidsbevorderende programma’s met financiële aanmoediging hen meer aanspraken dan programma’s zonder een financiële stimulans. Mogelijk zijn mensen meer comfortabel hun handel eigenschappen te uitten wanneer zij beschermd worden door de anonimiteit van het internet! Zeker kan verwacht worden dat een bias door sociale wenselijkheid beïnvloedt wat mensen acceptabel vinden om te uiten over financiële aanmoediging in een focus groep of interview.
Cultuur en context lijken er zeker toe te doen, daarnaast is er bewijs dat financiële stimulansen voor gezondheidsgedrag meer acceptabel zijn in de Verenigde Staten dan in het Verenigd Koninkrijk – mogelijk omdat het in de Verenigde Staten meer gebruikelijk is om geld te verbinden aan gezondheid(szorg) dan in het Verenigd Koninkrijk(waar er sprake is van een genationaliseerd gezondheidszorg systeem).
Aanbevelingen voor de praktijk
Financiële stimulansen kunnen zeker een effectieve manier zijn om gezondheidsgedrag te veranderen. Echter, ze zijn niet universeel aanvaard. Iedere programma moet worden uitgevoerd met inachtneming van de zorgen over deze programma’s. Dit zijn bijvoorbeeld:
- Het aanbieden van stimulansen van kleinere waarde, om de bezorgdheid dat geld wordt ‘verspild’ te doen afnemen.
- Het aanbieden van tegoedbonnen in plaats van contant geld, om de mogelijkheid dat de beloning aan ongezonde producten wordt uitgegeven te voorkomen.
- Zorgen voor een goede controle zodat mensen niet kunnen ‘valsspelen’.
- De financiële stimulans toevoegen aan bredere programma’s met educatie en informatie over gezond gedrag.
Daarnaast zou het ook helpend zijn om open en eerlijke gesprekken te beginnen binnen gemeenschappen om te verkennen wanneer, waar en hoe financiële stimulerende maatregelen als meest acceptabel worden ervaren.
Translation: Eva Uiterwaal, Gill ten Hoor