Gezond blijven terwijl je thuisblijft

Door Dr Federica Picariello en Professor Rona Moss-Morris, King’s College London, the UK.  

Binnen enkele weken veranderde overal ter wereld het dagelijks leven in het kielzog van de COVID-19 pandemie, en onzekerheid nam onze toekomstplannen over. Naast de onmiddellijke en dringende noodzaak om de verspreiding van COVID-19 te vertragen door wijdverspreide gedragsverandering (bijvoorbeeld thuisblijven, afstand houden, en quarantaine), moet er gekeken worden naar de impact op geestelijk en fysiek welzijn om vroeg in te kunnen grijpen en lange termijneffecten te verzachten. 

(more…)

Hoe hou je gezond gedrag vol op de lange termijn?

Door Dominika Kwasnicka, SWPS University, Polen en University of Melbourne, Australie

Het einddoel van programma’s voor gezondheidspromotie is om langdurige gedragsverandering. Medewerkers in de gezondheidszorg kunnen daar een rol in spelen, door patiënten te helpen hun gezondheid te verbeteren door gedrag te veranderen en deze verandering vol te houden. We weten dat het moeilijk is om je gezonder te gaan gedragen, en dat het nog moeilijker is om dat op langere termijn vol te houden. Een groot vraagstuk in de gezondheidspsychologie is waarom dat zo moeilijk is.   

(more…)

Steek je kop niet in het zand! Het nut van mensen helpen om hun voortgang te bewaken

Door Thomas L. Webb, Department of Psychology, The University of Sheffield, the UK

Hoe gaat het met je voornemen om minder te snoepen en 10 kg af te vallen? De kans is groot dat je dat niet goed weet – of misschien niet eens wil weten. In dit soort situaties hebben mensen de neiging hun kop in het zand te steken, en doelbewust informatie die hen zou moeten helpen met het bewaken van hun voortgang te vermijden of verwerpen. Onderzoek naar dit ‘struisvogel effect’ geeft aanwijzingen dat mensen hun voortgang vaak niet bijhouden (bijvoorbeeld door regelmatig op een weegschaal te gaan staan, of de voedingsinformatie van een product bestuderen), gedeeltelijk omdat ze zich slecht over zichzelf gaan voelen als ze dat wel doen. Ze realiseren zich dan bijvoorbeeld dat ze nog steeds meer wegen dan gehoopt, en dat ze nog steeds te veel suiker eten. 

(more…)

Gedragswetenschappelijke inzichten voor de COVID-19 pandemie

Door Shane Timmons, Economic and Social Research Institute, Ierland

Over de hele wereld zijn regeringen in actie gekomen om de verspreiding van het nieuwe coronavirus onder controle te houden, naar het gedrag van individuen is essentieel voor het succes van de maatregelen. Wij – de afdeling gedragsonderzoek van het Instituut voor Economisch en Sociaal Onderzoek in Dublin – werken samen met het Ierse Departement voor Gezondheidszorg om hen te adviseren over hun reactie op de COVID-19 pandemie. Hiervoor lazen we onder andere meer dan 100 wetenschappelijke artikelen, en zijn we begonnen met onderzoeken hoe het beste te communiceren met de bevolking, met informatie die relevant is voor gezondheidspsychologen. Ons literatuuroverzicht richt zich op drie gebieden die de basis vormen voor de communicatie over volksgezondheid in de meeste landen: handhygiëne, gezicht aanraken, en afstand houden van anderen. We kijken ook naar de bredere literatuur over behulpzaamheid en goede crisiscommunicatie.

(more…)

Het belang van kijken naar coping strategieën van cliënten

Door Nadia Garnefski en Vivian Kraaij, Department of Clinical Psychology, Leiden University, Nederland

“Rob heeft net gehoord dat hij HIV heeft (negatieve gebeurtenis). Hij geeft zichzelf de schuld van de infectie (zelfschuld) en hij vermijdt zijn vrienden (vermijding). De situatie maakt hem somber. Als hij thuis zit kan hij niet stoppen met denken over zijn gevoelens (piekeren) en hij gelooft dat wat er met hem is gebeurd een ramp is (doemdenken). Omdat hij somber is heeft hij weinig energie. Daardoor vermijdt hij steeds meer. Hierdoor wordt hij steeds somberder. Hierdoor belandt Rob in een neerwaartse spiraal.”

(more…)

Zijn je cliënten defensief? Zelfbevestiging kan helpen!

Peter Harris en Ian Hadden, The Self-Affirmation Research Group, School of Psychology, University of Sussex, UK

Ben je ooit terughoudend geweest om iets onder ogen te zien wat je liever negeert? Misschien een voorliefde voor lekkere trek waar je te vaak aan toegeeft, of de neiging om oproepen voor gezondheidschecks te negeren? Je bent niet de enige. De meeste mensen zien zichzelf als verstandig en competent. Daarom is het moeilijk om te horen dat je je soms niet zo verstandig en competent gedraagt. We zijn daarom erg goed in ons verzetten tegen dingen die we liever niet over onszelf horen.

(more…)

Een beter versie van jezelf als motivatie om gedrag te veranderen

Door Winifred Gebhardt, Leiden Universiteit, Nederland

Zo’n negen jaar geleden werd ik van de een op de andere dag vegetarier. In het boek wat ik aan het lezen was vertelde de hoofdpersoon dat hij niets kon eten “waar ooit een hart in heeft geklopt”. Dit sloeg bij mij in als een bom. Ik realiseerde me dat ik precies hetzelfde voelde. Ik stopte meteen met vlees en vis eten, en ik heb nooit moeite gehad om dit vol te houden. Dit nieuwe patroon paste precies bij “wie ik ben”.

Aan de andere kant jogde ik vroeger regelmatig, en kon ik makkelijk zeven kilometer hardlopen. Ik heb mezelf echter nooit als een “sportief persoon” gezien, en elke keer als een hindernis zich voordeed, zoals een verkoudheid, bleef ik makkelijk gewoon op de bank hangen. Ik doe nu niet langer mijn best om “sportief” te zijn, maar probeer wel zoveel mogelijk te wandelen. Ik zie mezelf als een “actief persoon.” 

(more…)

N-is-1 studies: Wat kunnen we te weten komen met slechts één casus?

Door Marie Johnston en Derek Johnston, University of Aberdeen, Scotland

Medische deskundigen willen vaak een antwoord op een probleem van één persoon, één gezondheidszorg team, één ziekenhuis, één regio, enz. Het kan bijvoorbeeld belangrijk zijn om te weten hoe vaak een oberse man snacks eet, wanneer en waar hij snackt, en of stress snack gedrag verhoogt. Je wil misschien weten hoe vaak een team van verpleegkundigen niet de regels voor handhygiene opvolgt, of dat vaker is als ze onderbezet zijn, en of het ophangen van instructies effect heeft. Je kunt ook een onderzoek doen naar medische fouten om te zien of die vaker voorkomen op sommige afdelingen of bij sommige personeelsgroepen. Op beleidsniveau kan het nuttig zijn te onderzoeken of een nieuwe regel, zoals het rookverbod in de horeca, invloed heeft gehad op het aantal rokers.  

Je kunt deze vragen proberen te beantwoorden door mensen te vragen wat ze denken of zich herinneren, maar het is beter om te vragen of observeren op kritieke momenten om problemen met geheugen of systematische afwijkingen te voorkomen. Nieuwe technologie zoals het bijhouden van gedrag op een smartfoon maakt het gemakkelijker te volgen wat daadwerkelijk op het moment gebeurt, en een N-is-1 studie kan het mogelijk maken antwoord te krijgen op je vraag.

N-is-1 studies kunnen gedaan worden als het probleem herhaaldelijk beoordeeld kan worden om te kijken naar verandering na verloop van tijd. Dan kan het probleem beschreven worden, en kan gekeken worden naar of het beter of slechter gaat onder verschillende omstandigheden. Ook kan een nieuwe interventie of behandeling gestart worden om te kijken of dit het beoogde effect heeft.

De simpelste manier om te kijken naar de data is kijken naar patronen in een grafiek, zoals de grafieken hieronder. Dit is een essentiele stap in N-is-1 analyse, en kan genoeg zijn om het probleem in kaart te brengen. Er zijn ook geavanceerdere statistische analyse methoden voor N-is-1 studies, en steeds complexere methoden worden ontwikkeld (o.a. methoden om dynamische verandering te beoordelen).      

(more…)

Lichaamsbeweging voor ouderen: wat is genoeg?

Door Anne Tiedemann, The University of Sydney, Australia

 “Gebrek aan activiteit vernietigt de conditie van ieder mens terwijl lichaamsbeweging en sport deze bewaren en behouden” … Plato, 400 BC.

Het is algemeen bekend dat het belangrijk is voor gezondheid en welzijn om van lichaamsbeweging een gewoonte te maken. Echter, campagnes richten zich vaak op kinderen en jongeren, met minder focus op 65 plussers. Dit terwijl dagelijks bewegen op oudere leeftijd juist belangrijk is.

(more…)

Praten over lichaamsgewicht in een consultatie

Door Jane Ogden, University of Surrey, UK

Het is lastig om in een consult over lichaamsgewicht te beginnen. Sommige patienten hebben er genoeg van om elke keer te horen dat ze ‘wel wat af mogen vallen’, of ze nu voor een zere keel, een uitstrijkje of mogelijke hartproblemen komen. Wellicht hebben ze hun hele leven lang met stigma te maken gehad en denken ze dat hun overgewicht het enige is wat mensen ooit zien. Anderen hebben hun gewicht wellicht nog nooit als een probleem gezien en kunnen beledigd of verrast zijn als je er over begint. Sommige mensen willen het advies niet horen en denken bijvoorbeeld ‘wat weet jij er nou van – je bent zelf te dun/dik/jong/oud’ of ‘ik heb geen vertrouwen in de wetenschap’. Beginnen over lichaamsgewicht vereist daarom behoedzaamheid, en voorbereiding op ‘wanneer’, ‘hoe’, en ‘wat’ je precies zegt tegen een persoon met overgewicht.     

(more…)